Sommige mensen houden zakelijk en privé het liefst gescheiden, dat is volgens hen beter voor de balans. Ik zou het niet weten, ik heb geen balans.

Roberto en ik hebben een ijssalon die acht maanden per jaar open is. De ijssalon is niet zo heel groot en staat niet op een drukke winkellocatie. Ondanks dat, zijn wij er tijdens het ijsseizoen iedere dag van ’s ochtends vroeg tot laat in de avond druk mee bezig. Mijn zusje bekritiseerde mij ooit dat we ‘Roberto Gelato’ als een ziekenhuis runden; alles moet perfect zijn en tegelijkertijd moet alles kunnen. Groeien in jouw boom teveel peren om zelf te eten? Wij maken er met liefde lekker ijs van, in ruil krijg jij natuurlijk een bak ijs gemaakt met jouw peren. Heb je in Italië een smaak geproefd die wij nog niet maken? Dan gaan we natuurlijk proberen die smaak ook in Utrecht te maken. Is jouw favoriete drankje Spritz Aperol en ben je volgende week jarig? Nou…dan maken we natuurlijk ijs van jouw favoriete drankje.

In oktober sluiten wij onze deuren. Dan komt de schilder, zetten we de ijsmachines in het vet en voeren we groot onderhoud aan de rest van de apparatuur uit. En in die rustige tijd gaan we natuurlijk ook op vakantie. Maar kan een ijsbereider wel stoppen ijsbereider te zijn? Roberto vertaalt in zijn hoofd alles naar ijs. Bij alles wat hij ziet, proeft of ruikt, vraagt hij zich af of dat in of mét ijs ook lekker zou zijn. Meestal resulteren die ingrediënten in een eendagsvlieg als ijs…maar soms is het anders.

Zo waren we ongeveer 20 jaar geleden op vakantie op Sicilië. Per abuis reden we op de Etna het dorp Bronte in, waar op dat moment de ‘Sagra del Pistacchio’ werd gehouden. Een sagra is een dorpsfeest, meestal op de geboortedag van de beschermheilige van de desbetreffende stad of dorp. Andere keren draait de sagra om (hoe kan het ook anders, we zijn namelijk wel in Italië) een speciaal ingrediënt. Tijdens de Sagra, die soms wel meerdere dagen duurt, is het feest in het dorp. Er is kermis en door de straten staan kraampjes waar je van alles kunt kopen, in dit geval kon je overal eten kopen. Iedere venter maakte iets anders, maar altijd met pistache-noten. Mortadella met pistache, linguine met pistache-pesto, taartjes met pistache-creme, saucijsjes met pistachenoten, gecarameliseerde pistachenoten, gezouten pistache…ik wist niet dat je pistache noten op zoveel manieren kon eten. Wat wij toen ook nog niet wisten, is dat in de gemeente Bronte de lekkerste pistache noten groeien. En dat alle inwoners ‘met getrokken zwaard’ de eer van hun groene goud verdedigen.

De omgeving van Bronte is niet de makkelijkste plaats om deze struiken te laten groeien. De grond is er onherbergzaam en alle struiken groeien tegen een helling op, waardoor pluk-machines echt geen schijn van kans maken. De noten van de pistache-struik worden dan ook handmatig geplukt en oogsten gebeurd alleen in de even jaren. In de on-even jaren worden de bloemen verwijderd voor ze tot vrucht uit hebben kunnen groeien, zo kan de struik een jaar rusten en zijn de noten extra lekker. De Brontese pistache-boeren zouden veel beter hun krachten kunnen bundelen met andere pistache-boeren op het eiland maar het economisch belang weegt niet op tegen hun trots en het ontzag dat zij voor hun product hebben. En die liefde voor hun product merk je in alles. Op die dag 20 jaar geleden spraken wij met mensen waar we nog steeds de noten van betrekken. Om het jaar kopen wij onze tweejaarlijkse voorraad pistache in bij Salvatore, soms hebben we er genoeg aan, andere keren halen we het eind van het tweede seizoen niet en wachten we met smart op een nieuw ‘even’ jaar. Pistache uit Bronte is bij ons zeker geen eendags-vlieg.

 

P.S. Dit artikel is in het Engels gepubliceerd in het Journal de Nîmes, ‘The Azzurri issue” nummer 14 april 2018