Halverwege de jaren 90 ontdekte mijn tante Giacomina carnaval. Niet het carnaval waarbij je jezelf in een verwassen boerenkiel hijst en volgiet met bier. Nee, het carnaval van Venetië. Waar kostuums bedoeld zijn om in te flaneren. Een mooie maschera houdt geen rekening met praktische zaken als eten, drinken of het gebruik van toilet, met sommige typisch Venetiaanse carnavals-kostuums kun je niet eens praten.

Oeteldonk kan niet verder weg zijn van Venetië dan tijdens carnaval.

Maar hoé vieren Venetianen het dan?

Il Ballo del Doge en il Ballo della Cavalchina in het theater La Fenice zijn misschien wel de bekendste feesten, maar ook in andere palazzi aan het Canal Grande vinden magnifieke feesten plaats. Om er binnengelaten te worden moet je de eigenaar kennen, een kaartje kopen of beiden. Die kaartjes kunnen tot wel duizenden euro’s kosten en goed verkleed, liefst onherkenbaar, zijn is verplicht.

Het echte feest vindt echter op straat plaats. Vooral op en rond de piazza San Marco en de Riva degli Schiavoni slenteren de maschere, liefhebbers die het hele jaar aan hun kostuum gewerkt hebben, voor de bewonderende lenzen van de vele camera’s.

Soms gaan ze op een muurtje of andere verhoging staan, maar omdat dat niet altijd meer beschikbaar is, dragen veel van hen enorme plateauzolen, zodat ze toch nét iets beter te bewonderen zijn.

En er is dus geen carnavals-optocht?

Ja, die is er zeker wel. Op de hoofdweg van Venetië, de Canal Grande, varen op de openingsdag duizenden boten achter de boot met de muis in het Corteo della Pantegana.

Klein als een gondel of groot als een vaporetto, Typisch Venetiaans als een gondel of algemener als een sloep. Alles wat kan varen doet dat.

Miljoenen mensen varen mee of vieren langs het water en op de bruggen mee. En omdat er relatief weinig kades zijn langs de Canal Grande, staan die overvol.

Dit lijkt een wetteloos feest

Van oorsprong was carnaval een feest zonder regels. Het was juist de bedoeling dat iedereen tijdens deze periode mocht zijn wie en doen wat hij wilde.

Dat ging natuurlijk niet altijd helemaal goed waardoor soms regels aangepast moesten worden. Zo mochten op een gegeven moment kloosters en het casino niet meer gemaskerd bezocht worden. Getrouwde dames mochten juist weer níet zonder gezichtsmasker naar het theater La Fenice. Als ze iets onbehoorlijks deden, was het beter als ze niet herkend werden.

Na de val van de Serenissima werd door de Franse en Oostenrijkse overheerser het feest verboden. Maar Carnaval zit Venetianen in het bloed en dus ging het feest gewoon ondergronds en werd het in de minder centrale sestieri als Murano en Burano gevierd.

In 1991 tuigden de Venetianen na ruim 200 jaar het feest weer grootschalig op. De stad werd weer een trekpleister voor carnaval. Morgen is de laatste feestdag, dat is martedi grasso, ofwel vette dinsdag, altijd. De eerste dag was dit jaar 4 februari, maar in de hoogtijdagen van het Carnaval in Venetië begonnen de festiviteiten soms al in oktober.

 

 

P.S.: de prachtige foto heeft mijn collega Daniela Capeleto gemaakt.