‘De lekkerste Weesper moppen maakt de Amsterdamse patissier Cees Holtkamp.’ P luistert gechoqueerd terwijl hij probeert te verwerken wat ik zojuist verteld heb. ‘Dus niet een banketbakker in Weesp?’ Nee. Sterker nog, daar komen ze niet eens vandaan. ‘Incredibile.’ Fluistert P. ‘Dat zou in Italië nooit gebeuren.’

Een beetje geschiedenis

Weesper moppen bestaan al eeuwen. En terwijl de hoofdingrediënten gelijk bleven varieerde de verhoudingen nogal eens. De combinatie van de naam en het huidige recept komen voor het eerst aan het eind van de 18e eeuw voor.

Nicolaas Warren en Thomas Roos adverteerden er destijds mee. Nee, dit waren geen Weesper bakkers, ze kwamen respectievelijk uit Groningen en Leeuwarden en hadden niets maar dan ook niets met Weesp te maken. Sterker nog, Weesper moppen werden waarschijnlijk niet eens in Weesp verkocht.

Echte foodies vinden het onderzoek van Jacques Meerman hierover waarschijnlijk reuze interessant. De rest van Nederland eet er geen mop meer, of minder, om.

Hoe anders is dat in Italië

Ieder zichzelf respecterende regio, heeft in ieder geval één typisch lokaal gerecht. Iets dat alleen dáár gemaakt wordt.

Dus tenzij een bakker uit Lecce naar Rome verhuist kun je geen pasticciotti Leccesi in de hoofdstad eten. Romeinse bakkers zouden deze gebakjes wel kunnen maken, maar maken veel liever Maritozzi. En waarschijnlijk vinden ze dat ook lekkerder.

En het zelfde is waar voor de vormen van pasta, de sauzen waarmee ze geserveerd worden, bereiding van groentes en andere zaken die de keuken of maaltijden betreffen.

Maar Italianen zijn toch zo relaxed?

In het dagelijkse leven en zelfs in het verkeer, geven Italianen niet zo om regels. In de keuken echter des te meer.

Ze spreken elkaar aan op hoe het eigenlijk hoort, roepen instanties in het leven als de Accademia Italiana della Cucina om ervoor te zorgen dat de regels nageleefd worden en nu is er zelfs een minister voor.

Francesco Lollobrigida, neef van Gina, is de huidige minister van Landbouw, Bosbeheer  en sovranita’ alimentare. Dat laatste laat zich misschien nog het best vertalen naar een controlerende functie op goed voedsel.

Deze Francesco wil de Italiaanse keuken op de werelderfgoedlijst van Unesco laten zetten. De eeuwenoude tradities van Italiaanse gerechten zijn volgens hem te waardevol om verloren te laten gaan.

Welke tradities?

‘Welke tradities?’ Vroeg Alberto Grandi zich af. ‘We hebben ons veel gerechten toegeëigend, maar de Italiaanse keuken zoals wij hem nu kennen bestaat misschien een halve eeuw. Zo werd het recept voor de spaghetti alla carbonara voor het eerst in 1952 in Chicago gepubliceerd.’

Italië trilde op haar grondvesten na de boude uitspraken van deze historicus en professor aan de universiteit van Parma.

‘De Italiaanse keuken bestaat niet’, een van Alberto’s boeken, werd gevolgd door een serie podcasts en ging door tijdens interviews. En altijd werden heel veel mythes rondom gerechten afgedaan als fabeltjes.

En terwijl de meeste mensen onverstoorbaar een cappuccino na hun uitgebreide diner bestellen, krijgt Alberto bedreigingen naar zijn hoofd geslingerd. En voor zover dat belangrijk is, Grandi heeft geen Italiaanstalige Wikipedia pagina (meer). Hij is persona non grata.

 

P.S.: De foto van deze Siciliaanse gebakjes is gemaakt door Valentina Locatelli en heb ik via Unsplash